Programma en data

Hoe minder je bedenkt, hoe vrijer je kunt spelen. Je leert tijdens de opleiding om scenes te laten ontstaan i.p.v. dat je ze gaat bedenken. Uit je hoofd, in het hier en nu, houdt in dat je speelt met wat voorhanden is. En dat is meer dan genoeg. Alles wat je nodig hebt voor het spelen van een scene is al voorhanden. De jaaropleiding leert je om dat te gaan zien.

Een goed verhaal leren herkennen, te vertellen en te spelen is de kern van de jaaropleiding. Dit doen we door te luisteren naar impulsen van jezelf en van elkaar, door naar de structuur en de techniek te kijken en door te zien waar een verhaal zit wat verteld wil worden. Een mooie scene pakt de kijker beet en zorgt voor de betrokkenheid van het publiek. Een verhaal kun je op vele manieren vertellen. We gaan dus op zoek naar jouw kracht en jouw manier van spelen.

De basis van waaruit we werken is:

De improcirkel

Dit is een model, ontworpen door Andre Besseling, waarmee je glashelder kunt aantonen waarom een scene wel of niet werkt. Het legt uit hoe improvisatie werkt en welke vaardigheden je nodig hebt op welk moment. De Improcirkel is een handig stuk gereedschap wanneer je als improvisator wil weten hoe improviseren werkt.

Door het jaar heen werk je op verschillende manieren ook aan de vier niveaus waar je als improvisator mee werkt. Daar horen een aantal onderwerpen en vragen bij, die de revue passeren.

Niveau 1 : persoonlijk

Wat zijn mijn blokkades als speler? Wat zijn mijn overlevingsstrategieën, angsten en aannames die mij in de weg zitten tijdens het spelen?

Waar zit het spel in mijzelf; waar zit mijn eigen plezier binnen het improviseren?

Wat is mijn visie op improviseren; wat raakt me er in?

Hoe blijf ik aanwezig op de speelvloer?

 

Niveau 2 : de acteur

Je verdiept en ontwikkelt de noodzakelijke vaardigheden voor het spelen van relaties, status, personages, etc.

Er is uitgebreid aandacht voor:

  • Podiumpresentatie en er zijn op het toneel.
  • Acteervaardigheden en geloofwaardig spel
  • De grap kunnen vinden waar nodig; de humor van improvisatie snappen en kunnen toepassen.
  • Meer vanuit je lijf spelen i.p.v. vanuit je hoofd.
  • Vaardig zijn in een aantal improvisatiestijlen en kunnen switchen waar dat noodzakelijk is.
  • Muzikaal je vrijheid vinden en de techniek van liedjes maken.

 

Niveau 3: de regisseur

Weten wat er moet gebeuren in een scene: welk verhaal wordt er gespeeld en wat heeft het verhaal of het personage nodig?

Kennis over diverse manieren van opstarten en afmaken van scènes.

Medespelers kunnen aansturen of juist loslaten als de scene dat vraagt..

Contact maken met je intuïtie over de loop en lengte van een scene en daar op in kunnen spelen: Is het publiek er nog bij? Moet de scene verder of juist afgemaakt worden? Is mijn medespeler nog comfortabel of moet ik iets doen? Moet ik versnellen of moet ik dit juist uitspelen?

 

Niveau 4 : de dramaturg

Wat is de rode draad van de long form of scene. Waar gaat hij naar toe en hoe laat ik het verhaal ontstaan?

Waar zit de verdieping in mijn eigen spel en die van anderen?

Waar zit de inhoud van dit verhaal en hoe breng ik verdieping aan?

Wat is de onderlaag van mijn personage of hoe breng ik die er in? Dit gaat over werken met begrippen als emotionele fantasie, attitudes en familieopstellingen.

De lessen worden opgebouwd rondom deze grove indeling in vier niveaus. Dit zorgt voor een gevarieerde insteek van de training. Hierdoor komen alle noodzakelijke aspecten van het improviseren aan bod.

 

Inhoud en data programma:

 

 

 

Data en inhoud

Startweekend zaterdag 26 en zondag 27 oktober

Docent: André Besseling

zaterdag: Kennismaking en leerdoelen.

Kennismaken met elkaar. Spelplezier zoeken en verbinding in de groep creeeren. Veel losmaakoefeningen, ook op persoonlijk vlak: Wat drijft je? Wat is je ambitie en waar liggen jouw vragen en leerdoelen voor de training? Met name gaat het hierbij om het leggen van een goede basis en een veilige en prettige leeromgeving.

zondag: De IMPRO-cirkel en persoonlijke insteek.

De kaders en de uitgangspunten van de opleiding worden neergezet; vanuit welke spel en improvisatie-visie werken we in deze training? We maken kennis met de Impro-Cirkel, als uitgangspunt voor scenes. We gaan op zoek naar het spel  en het verhaal vanuit rust, het geheim van theater vanuit het Niets. Er komen onderwerpen aan bod als:

mindfulness en improvisatie, bewustzijn van persoonlijke talenten en blokkades om tot spel te komen, spelangst versus spelplezier, podiumvrees versus podiumgeilheid. We werken al snel met het spelen van scenes, om vandaar uit kijken waar je aan kunt werken in de opleiding.

 

Dag 3 vrijdag 15 november

Docent: André Besseling

Een goede start is de halve scene

Hoe bouw ik een goed platform? Waar haal ik ideeen vandaan voor een inspirerende start? Ook kijken we naar manieren om elke suggesties om te zetten tot een bruikbaar idee. We ontmantelen de mythe dat sommige suggesties saai of niet inspirerend zouden kunnen zijn. Ook leren we een alternatief voor het 'Wie, Wat, Waar'. We kijken vooral naar de mogelijkheden om een suggestie of scene uit te bouwen. Veel aandacht gaat dus naar leren kijken en bewust zijn creeren over wat er gebeurt en wat de scene nodig heeft. Al het materiaal wat je nodig hebt voor een scene is al aanwezig, als je goed kijkt.

 

Dag 4 zaterdag 30 november

Docent: André Besseling

Relaties in spel en werkelijkheid

Relaties zijn de basis van elke scene. We gaan aan de slag met soorten relaties, starten van relaties, gebruiken van relaties binnen scenes en spelvormen. Hoe bouw je snel een relatie die interessant spelmateriaal oplevert. We werken met attitudes, familie-opstellingen en voorbeelden uit het leven van alledag. Ook leren we het verschil tussen rollen en relaties.

 

Dag 5 vrijdag 13 december

Docent: André Besseling

Het geheim van een goed verhaal

Hoe bouw ik een korte lijn en hoe een lange lijn en wat is het verschil in insteek? Hoe leer ik te zien welk verhaal zich vanaf de start wil ontwikkelen? Hoe haal ik mezelf uit de weg van het verhaal wat verteld wil worden. Je krijgt inzicht in de patronen rondom verhalen maken en leert herkennen hoe je ze om zeep helpt of tot bloei laat komen. Hiermee komen een aantal dingen samen uit de eerdere dagen: scenes spelen zonder er teveel over na te hoeven denken. Ze zijn er namelijk al en wachten om gespeeld te worden.

 

Dag 6  Vrijdag 10 januari

Docent: Andre Besseling

Personages

Een dag waarin we diverse technieken de revue laten passeren voor het neerzetten van personages. Dit maakt het makkelijker om meer vanuit de fysiek te spelen en minder vanuit het hoofd. We kijken naar de verschillen om personages te creeren. De ene techniek leent zich goed voor korte scenes en Theatersport, een andere techniek zorgt voor gelaagdheid in een personage en genereert snel een verhaal. Wanneer zet je welke techniek in en hoe vergroot ik mijn arsenaal aan ‘typetjes' en personages?

 

Dag 7 en 8: zaterdag 25 en zondag 26 januari

Docent: Hetty Heyting

Weekend geloofwaardig spel en solowerk.

Een weekend met een weergaloze vakvrouw die al jarenlange ervaring heeft als solo-improvisatrice. De eerste dag werken we aan  geloofwaardige personages, presentie op het toneel en inlevingsvermogen. Hierbij oefenen we bijv. de emotionele fantasie en de kunst van de rust. De tweede dag wordt er meer gewerkt aan het maken van verhaallijnen in scenes en een aantal ins en outs over solo-werk. Immers als je het vertrouwen hebt dat je het alleen kan, wordt je een stuk zekerder als je met meer bent.

In dit weekend zit ook een voorstelling om het geleerde in praktijk te brengen. Hiervoor wordt ook een speciale longform gecreeerd en geoefend.

 

Dag 9 :  vrijdag 7 februari

Docent: Andre Besseling

Verdieping

Naast de evaluatie van de voorstelling zal deze dag worden gewerkt aan het integreren van de lessen van Hetty en een volgende stap in scenewerk. Hierbij gaan we aan de slag met een groot aantal scenetechnieken, zoals: 'late -in', 'kick-starten', 'instant-scene', 'in- en uitstappen', 'Quit en go!', etc. Hoe verdiep je een scene en hoe rond je een scene af wanneer jij dat wilt.

Daarnaast is het ook tussentijds evaluatiemoment waarin we kijken naar ieders persoonlijke ontwikkeling binnen de jaaropleiding. Tevens een dag om te kijken naar waar je tegen aanloopt in je spel als improvisator en te kijken naar oplossingen, tips, feedback en mogelijkheden. Deze dag staat in het teken van herhalen, veel spelen en het inslijpen van alle technieken en mogelijkheden die in de jaaropleiding aan bod zijn gekomen.

 

Dag 10 vrijdag 28 februari

Docent: André Besseling 

De speler als regisseur. Hoe beinvloedt je als speler de scene? We gaan kijken naar verhalen en sferen in scenes. Welke technieken kun je gebruiken om de scene en je medespelers te beinvloeden. Ook oefenen we met vragen als: wanneer stap je het speelvlak op en wanneer niet? Hoe zit het met het bewaken en sturen van de lange lijn? Diverse technieken komen aan bod om een scene af te ronden of een andere kant op te draaien. Ook regisseren de spelers elkaar om het trainen van de zgn. ‘helicopterview'.

 

Dag 11 en 12 zaterdag 14 maart en zondag 15 maart

Docent: Roemer Lievaart

Acteren en improviseren.

Dit weekend gaan we op zoek naar de acteerkant van het personage. Iets waardoor bijvoorbeeld jouw personage zijn doel niet kan bereiken, zoals verlegenheid, een bord voor de kop, of een te groot libido. Als je zo doel, hindernis en geloofwaardig spel combineert, ontstaat als vanzelf een verhaal wat mensen raakt. Roemer gaat uitgebreid aan de slag met een aantal acteertechnieken, waarbij veel scenes worden gespeeld en er stevig wordt geside-coached.

 

 

Dag 13  vrijdag 3 april

Docent: André Besseling

Integreren! Het weekend met Roemer zal ongetwijfeld het nodige stof doen opwaaien. Deze dag zal besteed worden aan het integreren van hetgeen er tot nu toe geleerd is. Vooral dus: veel spelen en oefenen.

 

Dag 14 en 15 zaterdag 18 en zondag 19 april

Weekend Loes Wouterson

Een klein wonder als onderdeel van de jaaropleiding. Op zoek naar diepere drijfveren, gericht op het spelen van scenes die echt raken. Loes Wouterson is actrice, docent en coach. Die combinatie maakt dit weekend uniek. Ze stuurt, geeft opdrachten en kijkt waar ze je als speler verder mee kan helpen. Met een intieme voorstelling als afsluiting, om weer een stap verder te zetten op het improvisatiepad.

 

Dag 16   vrijdag 8 mei

Docent: Rene Idema/André Besseling/

Muziek:

Hoe improviseer ik een lied. Rijmtechnieken, beeldend zingen en opbouw van liedjes. Ook komen er een aantal muziekstijlen en muzikale vormen aan bod en gaan we in op de vraag hoe je muziek improviseert vanuit scenes. Een dag waarin het niet gaat over mooi zingen, maar over het motto: zingen is bluf.

 

Dag 17 en dag 18  zaterdag 16 mei en zondag 17 mei de afsluiting

Docent: André Besseling

zaterdag: Showtime

De laatste dag waarin we vooral bezig zijn met afronden en herhalen. Belangrijk is het inslijpen van nieuw geleerde technieken en patronen. Echt leren improviseren, want dat kunnen we dan. We gaan in op het voorstellingsconcept waar we mee afsluiten en de theorie van een goede voorstelling en de lange lijn. Ook is er ruim aandacht voor een goede en persoonlijke evaluatie van de jaartraining.

zondag: De afsluitende voorstelling

Hierbij wordt de eindvoorstelling voorbereidt die aan het einde van de middag wordt gespeeld. Daarnaast is er gelegenheid voor onderwerpen of vragen die nog aan de orde moeten komen voordat de jaaropleiding wordt afgesloten. Er wordt gewerkt met een speciale longform, die voor deze jaaropleiding wordt bedacht en geoefend.

Daarna afsluiten met een BBQ op een zonovergoten dakterras in hartje Amsterdam. Een gedenkwaardig moment!